Antwerpse avondklok verandert in 'nachtklok', horeca mag tot 1u open blijven

De avondklok in de provincie Antwerpen geldt voortaan enkel tussen 1u30 en 5u 's morgens. Dat heeft de Antwerpse provinciegouverneur Cathy Berx laten weten. De horeca zal langer klanten mogen ontvangen en de regels voor publieke evenementen versoepelen.
door
Xavier
Leestijd 2 min.

In de provincie Antwerpen wordt de avondklok die er van kracht was een "nachtklok", in die zin dat ze nog slechts van 1.30 uur tot 5 uur geldt. Horeca mogen weer tot 1 uur open zijn. In die horeca wordt het opnieuw toegelaten om met het eigen huishouden én de vijf externe contacten - de 'bubbel' - aan een tafel te zitten, met een maximum van tien personen. Gouverneur Cathy Berx heeft het over "bijsturingen" in plaats van "versoepelingen" om te vermijden dat het weer tot ontsporingen zou komen.

Een tweede beslissing is dat het verbod op publieksevenementen in de provincie niet langer van toepassing is voor professioneel georganiseerde publieksevenementen waarvoor een goedgekeurd sectorprotocol geldt zoals dat van de cultuursector. Ook evenementen die volgens de gemeentelijke veiligheidscel "kennelijk en aantoonbaar aan dezelfde voorwaarden beantwoorden", kunnen weer.

"Maatregelen beginnen vruchten af te werpen"

De gouverneur probeerde de inwoners van de provincie moed in te spreken. "Het is voor u, voor mij, voor iedereen uitkijken naar een voor iedereen robuust, stabiel en draaglijk perspectief. Zodat we eindelijk op een andere manier kunnen samenleven met een virus dat ons persoonlijk, sociaal, economisch, cultureel, pedagogisch, sportief leven niet langer voortdurend onder druk zet, tot op een niveau dat voor velen nog moeilijk te dragen is", stelt Berx.

"De aanvullende maatregelen beginnen in provincie Antwerpen gelukkig hun vruchten af te werpen. Dit is dankzij de inspanning die ieder van jullie levert. Nu is het kwestie van volhouden: Alleen door ons allemaal aan de maatregelen te houden kunnen we de keten van besmettingen doorbreken. We zijn er nog niet, maar we geraken er wel, samen en hopelijk ook snel.”