Liam Neeson kruipt in de huid van privédetective Marlowe: «Mijn 100ste film liet me fucking oud voelen»

Humphrey Bogart. James Caan. Robert Mitchum. Elliott Gould. Het zijn niet de minste acteurs die de patente regenjas en deukhoed van privédetective Philip Marlowe aangetrokken hebben. In ‘Marlowe’ is het de beurt aan Liam Neeson, in een onderzoek dat de speurneus naar het Hollywood van de jaren 1930 leidt. Metro had op het filmfestival van Zürich een gesprek met de acteur.

door
Ruben Nollet (interview festival Zürich)
Leestijd 4 min.

Wat trok je specifiek aan in deze film?

Liam Neeson: «Ik ken Neil Jordan, de regisseur, al meer dan 40 jaar. Hij is Iers, net als ik, en we hebben al vier langspeelfilms en een documentaire gemaakt samen, waaronder ‘Michael Collins’. Ik had ook al samengewerkt met een van de producenten, Alan Moloney. En ik kende John Banville, de Ierse auteur die onder het pseudoniem Benjamin Black het boek geschreven heeft waarop dit script gebaseerd is. Ik hoefde er dus niet over na te denken. Het was alsof ik met een groep vrienden een film ging maken.»

Schrok het idee dat je als Philip Marlowe in de voetsporen van legendarische acteurs trad jou niet af?

«Nee, dat intimideerde me totaal niet. Ook al was ik als tiener een grote fan van acteurs zoals Robert Mitchum en Humphrey Bogart. Ik vond die veel beter dan pakweg John Wayne. (lachje) Maar ik had er geen probleem mee om me het personage toe te eigenen. Ik keek er trouwens echt naar uit omdat het nieuw was voor mij. Ik verslind boeken, maar vreemd genoeg had ik nog nooit iets gelezen van Raymond Chandler, de geestelijke vader van Marlowe. Toen de film een groen licht kreeg, heb ik het ene boek na het andere erdoor gejaagd.»

Had je wel al andere noirschrijvers gelezen? Ik denk aan Dashiel Hammett, James M. Cain of Mickey Spillane?

«Eigenlijk niet. Ik ben enkele jaren geleden wel gigantisch verslaafd geraakt aan zogenaamde nordic noir. Vooral de schrijver Henning Mankell, met zijn verhalen over beroemde inspecteur Wallander. En Jo Nesbø, de Noorse auteur. Ik had dus al geproefd van detectiveverhalen met hoofdpersonages die aanleunen bij Marlowe, maar nog nooit van de bron zelf.»

Philip Marlowe dook voor het eerst op in een boek in 1939. Waarom blijft dat personage volgens jou tot op vandaag het publiek aanspreken?

«Omdat hij heel flexibel is. Wat ik bewonder aan de man is dat hij de clichés overstijgt. Het idee van een privédetective die aan lager wal is geraakt, hebben we al veel vaker gezien. Maar in deze film hebben we er iemand van gemaakt die meegevochten heeft in de Eerste Wereldoorlog. Hij heeft de dood dus van nabij gezien. Hij weet hoe weinig een mensenleven voorstelt. Hij is tevreden met zichzelf als gezelschap. Hij hoeft niemand te paaien. Bovendien heeft hij iets van een ridder van de Ronde Tafel, voortdurend op zoek naar de waarheid en gerechtigheid.»

Hij ziet er ook altijd stijlvol uit, ook al draagt hij een regenjas.

«Precies. Ik vond het heerlijk om die kostuums aan te trekken. En de hoeden! Het is doodjammer dat die ‘Trilby’-hoeden niet meer in de mode zijn.»

‘Marlowe’ is zowaar je 100ste langspeelfilm. Heb je een feestje gebouwd tijdens de opnames?

«Ik was me er eerlijk gezegd niet van bewust. Je moet dat cijfer ook relativeren, want een deel van die 100 films zijn documentaires waarvoor ik enkel de vertelstem heb ingesproken. Dat is niet hetzelfde als acteren. Voor de rest kan ik alleen zeggen dat het cijfer me fucking oud doet voelen. (lacht) En heel fortuinlijk. Als iemand me 55 jaar geleden, toen ik als tiener ergens in Noord-Ierland in de les scheikunde zat, een filmpje had getoond en me had gezegd dat dit mijn leven zou worden, had ik hem voor gek verklaard. Betaald worden om te doen alsof je iemand anders bent? Wat een cadeau! Ik had net zo goed moeten werken voor mijn loon. Grachten graven in Ierland of zo.»

Marlowe **

Liam Neeson in de rol van Philip Marlowe, een van de meest iconische privédetectives uit de geschiedenis van de film noir? Waarom niet? De Ierse acteur mag er dan al 70 zijn, hij heeft de ruige uitstraling en de verbetenheid waar het personage om vraagt. Dit dossier, gebaseerd op de roman ‘The Black-Eyed Blonde’ van John Banville, begint ook zoals je mag verwachten. Marlowe krijgt anno 1939 het bezoek van een elegante blonde vrouw die hem vraagt om haar verdwenen exminnaar op te sporen. Clare Cavendish heeft in grote letters ‘femme fatale’ op het lijf — tenminste als je de regels van het noirgenre wat kent. Het grote probleem is dat actrice Diane Kruger hoegenaamd niet de vereiste broeierige sensualiteit in huis heeft, en eigenlijk ook niet het acteertalent. Het maakt van ‘Marlowe’ een onaangenaam seksloze bedoening, die meer uitblinkt door het visuele oog van regisseur Neil Jordan (‘Interview with the Vampire’) dan door zijn smeulende gensters. Hoe vlammend het allemaal ook eindigt. (rn)

‘Marlowe’ speelt vanaf vandaag in de zalen.