Een inleiding tot de voornaamste studentenlingo

Van ‘Io Vivat’ tot ‘modeltraject’: het eerste jaar aan de hogeschool of universiteit zal je confronteren met een hoop verwarrende termen. Metro geeft je een overzicht van de belangrijkste lingo voor kersverse studenten. Laat het blokken (studeren, dus) beginnen!

door
Redactie online
Leestijd 3 min.

Alumnus

De felbegeerde titel van ‘alumnus’ behaal je wanneer je jouw diploma haalt en de universiteit of hogeschool verlaat.

Academisch kwartiertje

De eerste vijftien minuten van een les waarin de prof kan komen opdagen. Komt je docent later toe, dan is de ongeschreven regel dat je als student het recht hebt om de aula te verlaten. Op tijd komen is een teken van respect, toch?

Aula

Een ruimte met TL-lampen en zonder ramen waarin je les krijgt met honderden andere studenten van wie je de naam nooit zal kennen. De aula herken je aan de ongemakkelijke klapstoeltjes en het gebrek aan beenruimte en zuurstof. Je plek bereik je meestal door over stoelen of je medestudenten te klimmen.

Io vivat

Latijns voor ‘ik leef’ en tevens het nummer dat je zingt bij de opening van een cantus. Het studentikoze zang- en drankfeest leert je niet alleen hoeveel bier te veel bier is, maar breidt ook je Latijnse woordenschat fors uit. Naast Io vivat zal je ook termen als ‘surgite’, ‘commilito’, ‘prosit corona’, ‘gaudiamus igitur’ en ‘tempus’ uit de losse pols kunnen schudden.

10

Het heilige cijfer voor studenten. Wanneer je een 10 op 20 haalt, ben je misschien niet de beste student van de hoop, maar wel de student die weet hoe die niet te veel, maar ook niet de weinig moet blokken.

Erasmus

Het semester waarin je naar het buitenland (lees: Spanje) trekt om minder te blokken voor een beter resultaat. Sinds de sketch van ‘De Ideale Wereld’ staan die maanden terecht synoniem met ‘poepen in het buitenland’.

Keuzevak

Een optioneel vak dat je opleiding aanbiedt zodat je jouw kennis kunt diversifiëren of specialiseren. Maar welk vak kies je het best? Tip: het antwoord is nooit ofte nimmer statistiek.

Faculteit

Een afdeling aan je universiteit waarin verwante opleidingen samenzitten. Een faculteit ‘Letteren & Wijsbegeerte’ verenigt bijvoorbeeld de studenten met afwijkende haarkleuren, evenals de studenten taal- en letterkunde, geschiedenis, filosofie en kunstwetenschappen. Een faculteit is waar je les zal hebben en waar je proffen samenhokken. De term is niet te verwarren met de fakbar, de locatie waar je met de studenten van je faculteit pinten pakt.

Modeltraject

Een utopie. Dit traject volg je wanneer je je bachelor behaalt in de vooropgestelde tijd (3 jaar). Ook geen vakken ‘meenemen’ naar het volgende jaar is een voorwaarde. Als je twee keer in hetzelfde jaar buist op hetzelfde vak, moet je het vak het daaropvolgende jaar opnieuw doen, en dus ‘meenemen’.

Schacht

Het koosnaampje die de lieve mensen van de studentenkring je geven. Alle kandidaat-leden van de kring worden schacht genoemd. Afhankelijk van je gedrag komt daar ook het adjectief ‘dom’ voor.

Studiepunten

Een indicatie van hoe goed je het doet aan de universiteit of hogeschool. Aan het begin van je studies ontvang je een aantal studiepunten, afhankelijk van je onderwijsinstelling. Als je je inschrijft voor een vak zet je, afhankelijk van hoe ‘zwaar’ een vak is, een aantal studiepunten in. Als je slaagt, krijg je die punten terug. Een studiepunt staat gewoonlijk voor zo’n 30 uren studietijd. Als je studiepunten onder nul dreigen te gaan, moet je universiteit of hogeschool toestemming geven om verder te studeren.

Reces

Absoluut geen vakantie. ‘Kerstreces’ en paasreces’ mogen dan wel klinken als rustpauzes, in werkelijkheid zijn het de meest intense blokperiodes van het jaar. Het is ook de periode waarvan je achteraf altijd zal zeggen dat je ze verkwanseld hebt. Het ‘intersemesterieel’, de week tussen het eerste en het tweede semester, is je echte vakantie.

TD

Thé Dansant, de feestjes georganiseerd voor en door studenten aan studentikoze prijzen. De meeste TD’s zijn in het thema van ‘halve liters’ of ‘jenever’, maar veel studentenkringen kiezen ook voor meer specifieke thema’s zoals ‘Studio 100’, ‘TikTok’ of ‘Jaren 90’.

Tolereren

De mogelijkheid om een examen waarvoor je gebuisd was niet opnieuw te moeten doen. Bij een lichte buis (8 of 9 op 20) kan je, onder erg specifieke voorwaarden, op die manier alsnog slagen voor je jaar.