SOUNDCHECK. Glints onderneemt tocht door het donker op ‘The Dark!’: «Als mijn innerlijke criticus de bovenhand neemt, kan ik heel zelfdestructief zijn»

Glints is back! Na zijn debuutalbum op de vooravond van de coronastorm, pakt Jan Lemmens uit met een vervolg: ‘The Dark!’, gestoeld op zijn passie voor films. Resultaat is een unieke smeltkroes van hiphop, indiepop, zang, rap, kerkorgels, horrorsoundtracks en westernvibes. Metro sprak met de Antwerpse ex-koorknaap, die de Belgische hiphop een edgy randje geeft.

door
Quentin Soenens
Leestijd 5 min.

Dag Jan! Je nieuwe album werd ‘The Dark!’ gedoopt. Vanwaar die titelkeuze?

Jan Lemmens: «Na het uitbrengen van mijn debuutplaat – vlak voor corona – begon ik weer volop nieuwe muziek te maken. En vaak neigden die songs naar donkere thema’s; het verkennen van de duisternis die in elke mens verscholen zit. Mijn debuutplaat was heel autobiografisch: ikzelf stond centraal. Dit album is abstracter, meer een verhaal. Maar vergis je niet: het album heet wel ‘The Dark!’, maar de muziek vind ik in se licht en entertainend klinken. Het is niet gloomy en zwaar, maar blijft verteerbaar.»

«Cinema is een grote invloed geweest voor deze plaat. Ik ben een fervent filmliefhebber – vooral tijdens de coronaperiode heb ik massa’s films verslonden. Ik heb een bioscoopabonnement, dus van zodra ik even tijd heb, spring ik de bioscoop binnen. En ik bekijk echt alles: van Hollywoodblockbusters als ‘Top Gun’ tot obscure nichefilms. Toen ik in mijn westernfase zat, heb ik in korte tijd het volledige oeuvre van Sergio Leone erdoor gejaagd. Ik vind het zalig om een zo breed mogelijk spectrum te verkennen.»

«Die fascinatie voor films maakt dat ik mijn inspiratie voor deze plaat bijna automatisch in de cinematografische sfeer zocht. Ik besloot om iets te doen rond archetypes die vaak in films opduiken – en dan vooral in genrefilms zoals westerns en horrors.»

Heb je ooit de ambitie gekoesterd om iets te doen in de filmwereld?

«Ik heb een half jaar filmstudies gevolgd aan het RITCS. Dat was net toen mijn muziekcarrière van de grond kwam. Ik heb besloten om te focussen op de muziek, maar film blijft een grote passie.»

‘The Dark!’ verkent het stukje duisternis dat in elk van ons schuilt. Ook bij jou?

«Sowieso, en ik denk in iedereen. Die duisternis kan veel vormen aannemen: onzekerheid, zelftwijfel, depressie, cynisme... In mijn geval uit die zich enerzijds in extreem perfectionisme; het is nooit genoeg, het moet altijd beter en groter. Anderzijds heb ik een stem in mijn hoofd die heel negatief is over mezelf en wat ik doe. Die innerlijke criticus neemt soms de bovenhand, en dan kan ik heel zelfdestructief zijn. Daarbovenop ben ik nogal een controlefreak – niet ideaal voor een job in de creatieve sector (lachje).»

Je etaleert op ‘The Dark!’ niet enkel je rapkunsten, maar ook je zangkunsten. Waarom besloot je om deze keer ook je zangstem te laten horen?

«Ik wou tonen dat ik ook kan zingen en heb het gevoel dat het eindresultaat daardoor nog meer de ‘echte’ ik is. Ik ben opgegroeid in het kinderkoor van de Vlaamse Opera, dus heb in mijn jeugd veel gezongen. En vandaag is zingen nog steeds mijn grote liefde. Zo’n mengeling van rap en zang vind ik heerlijk: hoe diverser, hoe interessanter.»

Je strikte Daan als gaststem voor de titeltrack. Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?

«Ik had via via gehoord dat Daan mijn werk cool vond. Zo’n icoon van de Belpop wou ik heel graag op mijn album, maar ik moest eerst het geschikte nummer hebben. Met de titeltrack had ik die gevonden. In de eerste verse vertel ik over Johnny die bang is van het donker, maar eigenlijk is hij vooral bang van wat er gebeurt in zijn hoofd als het donker wordt: de monsters die zijn brein overnemen. Ik had iemand nodig om het donker te belichamen. Daan was met zijn donkerbruine bariton de geknipte man. Hij was meteen enthousiast, en binnen de 24 uur na zijn toezegging kreeg ik al een demo van hem.»

Toen ik jou interviewde in 2020, naar aanleiding van de release van je debuutalbum, gaf je te kennen dat je je «de vreemde eend in de bijt» voelde in de hiphopwereld. Hoe zit het vandaag?

«Ondertussen is de hiphopscene zodanig gegroeid. Rappers schieten als paddenstoelen uit de grond – wat keigoed is, want dat betekent dat het genre floreert. Maar dan wordt het des te belangrijker om jezelf te onderscheiden van de rest. Ik denk dat ik daarin slaag met dit album. Ik breng iets wat binnen België vrij uniek is: een melting pot van rap, indie en pop. Tegelijk ben ik steeds minder gefixeerd op het ‘origineel zijn’. Destijds, bij de release van mijn debuut, hechtte ik veel belang aan hoe anderen mijn werk percipieerden. Nu doe ik gewoon mijn eigen ding, en dan zien we wel.»

Je staat deze zomer op de affiche van o.a. CORE, Les Ardentes en Boomtown. Naar welk festivaloptreden kijk je het meeste uit?

«De blikvangers voor mij zijn CORE, omwille van de line-up, en Les Ardentes. Op die laatste heb ik nog nooit gespeeld – wel eens als gastartiest op het podium gestaan. Ik weet intussen hoe het voelt om op Pukkelpop en Werchter te staan, maar Wallonië is een andere zaak. Andere sfeer, ander publiek. Het is ook hét hiphopfestival, dus daar kijk ik heel hard naar uit. En het is de dag van Kendrick Lamar, altijd mooi meegenomen.»

Tot slot: vorig jaar in juni mocht je het voorprogramma van 50 Cent verzorgen. Vertel nog één keer hoe zot dat was.

«Heel maf. Toen ze het me vroegen, dacht ik oprecht dat ik in de maling genomen werd. Het was gewoon een absurde gedachte. Bovendien vond ik ons niet 100% een match, want ik maak niet dezelfde muziek als 50 Cent. Maar natuurlijk heb ik gretig ja gezegd op dat verzoek. Het was onvergetelijk. 50 Cent zelf heb ik wel niet kunnen ontmoeten: die kwam per auto het Sportpaleis binnengereden met zijn bodyguards, tot aan het podium. Na het optreden sprong hij rechtstreeks zijn auto weer in en was hij foetsie.»

‘The Dark!’ is nu uit bij PIAS. Glints stelt z’n nieuwe plaat onder andere voor op 6 mei in de Ancienne Belgique in Brussel, op 28 mei op CORE Festival in Brussel en op 6 juli op Les Ardentes in Luik.