Warmste maand ooit gemeten is «voorbode van wat normaal zal worden»

Klimaatwetenschapper Wim Thiery (VUB) waarschuwt dat de huidige klimaatextremen «slechts een voorsmaakje zijn van wat normaal zal worden in de toekomst». Thiery hoopt dat de Belgische, Europese en internationale beleidsmakers de ogen opentrekken en de politieke wil durven opbrengen om actie te ondernemen. «Het beleid hinkt achterop op wat vandaag al mogelijk is.»

door
Redactie Online
Leestijd 3 min.

Volgens cijfers van het Europese observatieprogramma Copernicus was afgelopen maand juli de warmste maand ooit gemeten in de geschiedenis van de mensheid. Afgelopen maand waren die metingen 0,33 graden warmer dan de tot dan toe warmste maand ooit, zijnde juli 2019, met een gemiddelde temperatuur van 16,63 graden.

«Het gaat eigenlijk om een driedubbel record dat in juli gebroken werd», zegt klimaatwetenschapper Wim Thiery (VUB). «Het was niet enkel de maand waarin de wereldgemiddelde temperatuur anderhalve graad warmer was dan voor de industriële revolutie en de opwarming van de aarde, maar ook de waarde voor het wateroppervlak van de oceanen het hoogst was sinds het begin van de metingen. Het ijsoppervlak in Antarctica is dan weer het laagst sinds het begin van de metingen», duidt Thiery.

Verband met klimaatverandering

Volgens Thiery hebben deze wereldwijde klimaatextremen een duidelijk verband met de klimaatverandering en de opwarming van de aarde. «Deze hoge temperaturen zijn ongetwijfeld het gezicht van de klimaatverandering», zegt hij.

De verwachting van Thiery en collega-wetenschappers is dat de stijging van deze temperaturen zich ook in de toekomst zal voortzetten. «Het is slechts een voorsmaakje van wat over een decennium normaal zal zijn», waarschuwt Thiery. «Vooral Zuid-Europa deelde deze zomer in de klappen, maar ook in België slaat de klimaatopwarming toe. Kijk maar naar de overstromingen in Wallonië, of de hittegolven van vorige zomer.»

Dat wil volgens Thiery niet zeggen dat er geen oplossingen mogelijk zijn. «We hebben alle technologie en financiële middelen in handen om de transitie naar groene energie te maken.» Daarvoor kijkt Thiery naar de Belgische, Europese en internationale beleidsmakers, waar «de politieke wil ontbreekt om middelen vrij te maken en op massale schaal technologie uit te rollen».

«Het beleid hinkt achterop op wat vandaag al mogelijk is. Er is dringend een versnelling nodig om de klimaatopwarming tegen te gaan», duidt Thiery. «We hebben de technologie en we hebben voldoende financiële middelen om fossiele brandstoffen te vervangen. Ik spreek over isolatie, warmtepompen, of andere industriële oplossingen. Die worden ook alsmaar beter.»

«Economische groei kan gepaard met uitstootvermindering»

De tegenstelling tussen economische groei en uitstootvermindering is volgens Thiery een valse tegenstelling. «De financiering voor het tegengaan van de klimaatverandering hoeft helemaal niet zo hoog te zijn. De coronacrisis-bazooka om de economie te doen heropleven was tienmaal groter dan wat nodig zal zijn voor klimaatverandering. En de EU toont zelf ook aan dat economische groei en het verminderen van de CO2-uitstoot perfect met elkaar kunnen samengaan», meent hij. «Maar het moet wel nu gebeuren. Want elk jaar opnieuw zal de menselijke tol van de klimaatopwarming groter worden.»

Het ontbreken van de politieke onwil vloeit volgens Thiery ook voort uit de beïnvloedende rol van bedrijven en lobbygroepen. «Lobbygroepen trachten nog altijd politici te beïnvloeden voor het bedrijfs- of privébelang. Zo worden wetenschappers in diskrediet gebracht en wordt er opzettelijk desinformatie verspreid onder politici», zegt Thiery. «Het is heel belangrijk om dit aan kaak te stellen en deze bedrijven en lobbygroepen tot verantwoording te roepen voor de moedwillige schade die ze berokkenen aan de mensheid, puur uit winstbejag.»

Alles wat je echt wilt weten op Metrotime.be