Club vol aan de bak tegen atypische Turkse club

Zaterdag begint Club Brugge aan een nieuwe jaargang van de Jupiler Pro League met een uitwedstrijd in Lokeren, maar eerst staat overmorgen al een cruciaal duel op het programma. In het Jan Breydelstadion neemt blauw-zwart het op tegen Basaksehir.

Geen ronkende naam à la Galatasaray of Besiktas, maar wel de nummer twee van vorig seizoen in de Turkse Süper Lig. Dat was meteen het beste resultaat ooit voor de club uit het Europese deel van Istanboel, die nog maar sinds 1990 bestaat.

Geen heksenketel

De laatste jaren hebben de Uilen, zoals hun bijnaam luidt, wel hun plaatsje veroverd aan de (sub)top van het Turkse voetbal. Sinds de club zich in 2014 loskoppelde van omnisportvereniging Istanbul Büyüksehir Belediyespor, is Basaksehir elk jaar in de top vier geëindigd. Op veel vlakken is het nochtans geen typische Turkse club.

Zo staat trainer Abdullah Avci er al sinds 2006 aan het sportieve roer, op een kort intermezzo als bondscoach na. Die nadruk op de lange termijn staat haaks op het impulsieve beleid van veel andere clubs uit de Süper Lig. De spelers van Club Brugge hoeven volgende week in de return ook niet echt een heksenketel te vrezen. Het Fatih Terim Stadion biedt plaats aan slechts 17.000 toeschouwers en is doorgaans karig gevuld.

Ronkende namen

Europees heeft Basaksehir in het verleden nog geen potten gebroken. Zowel in 2015 als in 2016 sneuvelden de Turken in de voorrondes van de Europa League, tegen AZ en Sjachtar Donetsk. Dit seizoen treden ze voor het eerst aan in de kwalificaties voor de Champions League, met Club Brugge dus als eerste tegenstander.

Dat ze in Brugge toch op hun hoede zijn, heeft te maken met een paar ronkende namen op de spelerslijst. Zo verdient de Togolese vedette Emmanuel Adebayor er zijn brood, net als de Franse linksachter Gaël Clichy en de Nederlandse flankaanvaller Eljero Elia.