Schoolverlatersrapport VDAB - "Kloof tussen vrouwen en mannen wordt groter"

door
Belga
Leestijd 2 min.

Bijna zes op de tien vrouwelijke schoolverlaters zijn hooggeschoold, terwijl dat bij mannelijke schoolverlaters maar vier op de tien is. "En die kloof wordt almaar breder", zegt Willem Vansina, directeur van de studiedienst van de VDAB, bij de voorstelling van het nieuwe schoolverlatersrapport van de Vlaamse arbeidsbemiddelingsdienst. Meer dan 60 procent van de ongekwalificeerde en laaggeschoolde schoolverlaters en 58 procent van alle middengeschoolde schoolverlaters (diploma secundair onderwijs) zijn mannen, zo blijkt uit het rapport. Bij de hooggeschoolden is net het omgekeerde op te merken: daar is 60 procent van de schoolverlaters een vrouw.

Bovendien heeft 58 procent van alle vrouwelijke schoolverlaters een hoger diploma op zak, terwijl dat bij mannen maar 39 procent is. "Dat fenomeen houdt al ruim tien jaar aan, maar de kloof wordt almaar breder", zegt Vansina. In elk studieniveau van de hooggeschoolden zijn de vrouwen dan ook in de meerderheid. Enkel de academische bachelor (ABA) is daar een uitzondering op: van de ruim 1.026 schoolverlaters met enkel een ABA op zak, waren er bijna 55 procent mannen.

"Dit betekent dat mannen veel vaker vroegtijdig afhaken vooraleer ze hun master hebben behaald, vaak door een gebrek aan studiemotivatie en doorzettingsvermogen. Zij vinden ook moeilijker dan vrouwen aansluiting met de arbeidsmarkt omdat die een ABA-diploma niet beschouwt als een volwaardig diploma", luidt het. "Een gelijkaardig verhaal stellen we vast in de derde graad van het ASO, waar we ook meer mannelijke dan vrouwelijke schoolverlaters zien. Opnieuw is dit een slechte zaak voor de jongens, want over maximaal een ASO-diploma beschikken, is geen goede startpositie op de arbeidsmarkt."

Naar een verklaring voor de kloof tussen vrouwen en mannen is het gissen. "Het kan ermee te maken hebben dat meisjes vroeger volwassen worden en gemotiveerder zijn dan jongens, bij wie het goed presteren op school niet bij het imago past", zegt Vansina. "Er zijn ook meer vrouwelijke dan mannelijke leerkrachten, waardoor er misschien een tekort is aan rolmodellen voor jongens. Dat zou ook kunnen spelen."

bron: Belga