25 studies moeten Belgisch windmolenpark in natuurgebied mogelijk maken

Belgische onderzoekers voeren 25 natuurstudies uit om een groot windmolenpark aan te leggen in de Noordzee. Die zijn nodig om de gevolgen op planten en dieren in de Prinses Elisabeth Zone te begrijpen. Het beschermd natuurgebied kan enkel gebruikt worden voor de energieproductie van ruim 3 GW indien de impact op fauna en flora zo beperkt mogelijk is.

door
Belga
Leestijd 2 min.

Federaal minister van Noordzee Vincent Van Quickenborne (Open vld) bezoekt dinsdag een UGent-onderzoek dat de effecten van de hoogspanningskabels op zeedieren in kaart brengt. Want de elektromagnetische straling kan effecten hebben op de ontwikkeling van soorten als de hondshaai, zeekat, Europese kreeft of de pijlinktvis.

Ook positieve effecten

Het is één van de onderzoeken die sinds 2019 worden uitgevoerd en nog dit jaar moeten worden afgerond. De resultaten zijn belangrijk omdat de federale overheid vorige week beslist heeft om de omslag naar hernieuwbare energie, waaronder offshore-windenergie, te versnellen. Op termijn moet de Belgische windproductie opgekrikt worden van de huidige 2,2 tot 5,4 à 5,8 gw tegen 2030.

Bovendien heeft het afbakenen van een zone voor windmolens ook positieve effecten, denken de onderzoekers. Het einde van visvangs of scheepvaart kan de maritieme biotoop ten goede komen. De federale overheid wil zeker zijn dat natuurgebieden geen hinder ondervinden van de windmolens en wil de bescherming van natuurgebieden zelfs versterken waar mogelijk.

Extra vergunning

Daarvoor is grondig studiewerk nodig. Maar dat moet opbrengen indien België zijn ambitie wil waarmaken om drie bijkomende zones voor hernieuwbare energie in te richten op de Noordzee. Dat bestaat uit 37% natuurgebied, waar energieproducenten niet enkel een klassieke milieuvergunning nodig hebben, maar ook een bijkomende Natura 2000-toelating.

Het EDEN2000-project bundelt 25 afzonderlijke studies die in 2019 zijn opgestart. Ze moeten in 2023 afgerond zijn en vormen zo een leidraad bij de aanbesteding die volgend jaar wordt uitgeschreven.