Britse premier erkent «vreselijke tol» na 150.000 coronadoden
De Britse premier Boris Johnson erkende de «vreselijke tol» van het coronavirus in het Verenigd Koninkrijk nadat uit officiële cijfers bleek dat nu meer dan 150.000 mensen zijn overleden binnen 28 dagen nadat ze positief waren getest op COVID-19.
Een wetenschapper die de regering adviseert, zei dat het totaal nadat zaterdag nog eens 313 doden werden aangekondigd, een «absolute tragedie» is die nog erger is omdat «veel doden te vermijden waren als we in de eerste en tweede golf eerder hadden gehandeld».
Met in totaal 150.057 doden volgens deze methode van meten, werd het Verenigd Koninkrijk het zevende land dat deze mijlpaal passeerde, na de Verenigde Staten, Brazilië, India, Rusland, Mexico en Peru. Maar uit afzonderlijke cijfers van het nationaal bureau voor statistiek blijkt dat er nu 174.000 sterfgevallen zijn geregistreerd in het VK waar COVID-19 op de overlijdensakte is vermeld.
De nieuwe sterfgevallen werden wereldkundig op een ogenblik dat de nationale gezondheidsdienst (NHS) nog steeds te maken heeft met aanzienlijke spanningen door de omikronvariant en recordhoge nieuwe besmettingen registreert, hoewel de sterftecijfers lang niet zo scherp zijn als eerder in de pandemie vanwege de vaccinaties en de nieuwe stam waarvan wordt aangenomen dat die milder is.
Defensie
Uit gegevens van de NHS blijkt dat 39.142 NHS-medewerkers in Engeland op 2 januari afwezig waren vanwege COVID-19-redenen, een stijging van 59 procent ten opzichte van de voorgaande week (24.632) en meer dan drie keer het aantal van begin december (12.508). Defensie houdt zowat 9.300 militairen paraat om bij te springen.