STEM-opleidingen zitten in de lift, ook bij meisjes

Steeds meer jongens en meisjes kiezen in het secundair onderwijs voor een technische of wetenschappelijke studierichting binnen de zogenaamde STEM-opleidingen. Dat blijkt uit de nieuwe STEM-monitor 2021, die de cijfers bundelt van het schooljaar 2019-2020. Het aandeel meisjes in STEM-richtingen blijf ondanks de stijging wel lager dan het aandeel jongens, vooral in het BSO en TSO.

door
Belga
Leestijd 2 min.

Steeds meer jongeren kiezen voor een STEM-opleidingen en het aandeel meisjes blijft groeien. In schooljaar 2019-2020 koos ruim 36% van de leerlingen die instromen in het eerste jaar van de tweede graad voor STEM, dat staat voor Science, Technology, Engineering and Mathematics. Tien jaar eerder was dat 33%. Het percentage meisjes in ASO-STEM-studierichtingen bedroeg in 2019-2020 in het eerste leerjaar van de derde graad ASO 51,83%, een stijging tegenover de 50,63% in het jaar voordien.

Ook de STEM-opleidingen in het hoger onderwijs blijven erg in trek. De instroom naar STEM hoger onderwijs staat op 47,25%. Bij de STEM-meisjes instroom in het hoger onderwijs is er sedert de nulmeting in 2010-2011 een vooruitgang met 8,55 procentpunten. De groeiende belangstelling is nodig, «want Vlaanderen heeft immers nood aan dergelijke technisch en wetenschappelijk geschoolde profielen», zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA).

Nog werk aan de winkel voor genderbalans

Toch zijn er nog een aantal aandachtspunten, zegt minister Weyts. In het BSO is er tegenover de nulmeting zowel in het eerste jaar van de tweede graad, als in het eerste jaar van de derde graad een lichte daling te merken. Dat gaat over zo’n 1.000-tal leerlingen minder. In het TSO zien we een lichte stijging van 0,5 procentpunten. Daarnaast neemt het aandeel meisjes in STEM-studierichtingen toe, maar blijft dat over het algemeen lager dan het aandeel jongens. In BSO en TSO blijft het aandeel meisjes in STEM zeer laag (TSO) tot extreem laag (BSO).

«De aandachtspunten in BSO en TSO-STEM blijven groot», zegt Weyts. «Met Vlaanderen focussen we via het traject InnoVET en acties als Extended Reality (XR) op de arbeidsmarkt van vandaag en morgen. Een investering in deze technologieën biedt potentieel voor praktijklessen. Met een VR-bril kunnen leerlingen onder meer levensechte brandoefeningen doen of virtueel kennismaken met de nieuwste assemblagetechnieken.»