SOUNDCHECK. Coely lost ‘Alive’: «Zelfs de donkerste periodes bevatten sprankjes licht»

Met haar nieuwe plaat ‘Alive’ is Coely als een feniks uit de as herrezen, sterker dan ooit. Een zware depressie, getriggerd door corona, hield haar een hele poos uit de studio. Maar nu, zes jaar na haar debuutalbum, laat ze zien dat het leven een mix is van lichte en donkere tinten en dat we beide moeten omarmen voor een kleurrijk bestaan. ‘Alive’ is het bewijs dat Coely weer springlevend is en dat ze nog altijd ademt voor de muziek.

door
Juliette D’Ours
Leestijd 5 min.

Coely, na een lange break ben je eindelijk terug in het muzikale landschap. Voelt het als thuiskomen?

Coely: «Ja, I am back! Het voelt onbeschrijfelijk goed, echt. Ik ben teruggekomen op een veel gezondere manier. Eerlijk gezegd was dat ook nodig. Tijdens mijn afwezigheid heb ik ingezien dat ik positiever in het leven wilde staan. Die rustperiode was belangrijk om op te laden, maar nu ben ik terug met positieve energie. Ik heb écht zin om te knallen!»

Jouw terugkeer heeft de harten van je fans ongetwijfeld sneller doen slaan. Hoe waren de reacties?

«De reacties waren overweldigend positief. Natuurlijk hoop je dat, maar verwacht had ik het niet per se. Het is normaal dat je fans verliest, zeker tijdens de coronaperiode. Het feit dat mensen toch echt uitkeken naar mijn werk vind ik gewoon zot. Ze zijn zo supportive. Toen ik ‘Alive’ aankondigde, werd ik overspoeld met lieve reacties. Niemand had die plaat zien aankomen.»

In het nummer ‘Run It Up’ zing je vol trots «I am back like I never left». Ben je niet juist nóg krachtiger dan voorheen?

«Eigenlijk wel. De stijl van mijn muziek is nog steeds dezelfde, maar wel meer volwassen en doordacht. De producers hebben hard gewerkt om met nieuwe geluiden en productietechnieken te komen. Samen hebben we echt de grenzen opgezocht om mijn muziek naar een hoger niveau te tillen. Maar ook zeker als persoon ben ik sterker teruggekomen, dat vooral.»

In de clip krijgen we een glimp te zien van je zoontje. Hoe jongleer je tussen het moederschap en het artiestenleven?

«Ik mag van geluk spreken dat ik de nodige support van mijn mama en schoonfamilie krijg. Als ik een show heb, kan mijn zoontje meestal bij een van hen verblijven. Via FaceTime en WhatsApp kan ik dan altijd even horen hoe het gaat. Onlangs was ik op een showcase in Frankrijk. Ik was toen een volledig weekend weg. Wat ik dan had gedaan als die apps niet bestonden? Ik wil er niet eens aan denken.»

In ‘Alive’ ben je heel open over je hoogte- en dieptepunten. Vind je het uitdagend om je zo bloot te geven aan de buitenwereld?

«Muziek maken is mijn therapie. Dat heeft mij zo enorm hard geholpen in die moeilijke periode. Ik kan wel niet zeggen dat het altijd makkelijk is geweest. Tijdens het schrijven moest ik me vaak helemaal openstellen. Het was een proces met veel zelfreflectie en uiteindelijk ook acceptatie. Het mooie is dat ik nu soms nummers herbeluister en denk: okay, I have healed. Plots besef je dat je vrede hebt met bepaalde gebeurtenissen.»

Het is een veelzijdig album vol hiphop, pop, soul en zelfs een vleugje rock. Waar haal jij toch al die inspiratie vandaan?

«Voor deze plaat heeft vooral mijn persoonlijk leven me geïnspireerd. Maar ik haal ook vaak inspiratie uit kleine dingen zoals een serie, docureeks en liveshow. Vorig jaar was ik bij de exclusieve show van Stromae in Paleis 12. Het was zijn allereerste show na een lange tijd. Ik zag dat optreden en dacht: we need to step up our game. Serieus, het gaf mij zoveel inspiratie. Of Beyoncé haar show op Coachella is er ook zo eentje. Ik luisterde die live versie non-stop in de gym. Elk klein detail bracht me op nieuwe ideeën.»

Op de plaat staan tien nummers, maar je moét er eentje kiezen. Zeg eens eerlijk: wat is je lievelingstrack?

«Dat is zo een moeilijke vraag. Elke track heeft een andere toon en flair. ‘Night Call’? Dat is misschien wel een van mijn favorieten. Ik vind dat een heel tof nummer. Maar eigenlijk is gewoon heel het album mijn favoriete track. Ik ben er zo blij mee. De plaat maakt mij super gelukkig en geeft mij veel energie. ‘Kaos’? Misschien ‘Kaos’. Die song ligt dicht bij mij en is heel real.»

Nu we toch bezig zijn: heb je ook een favoriete samenwerking? Je werkte onder andere samen met Yann Gaudeuille en ALBI X.

«Alle samenwerkingen! Yann stond ook op mijn vorige plaat en hij is zo een coole gast. Dan heb je Fahad Seriki, hij rapt al super lang niet meer en riep plots: ‘Hier moet ik op!’ Ik vroeg hem om een verse te schrijven en hij deed het meteen. Iedereen was zo blij om zijn stem nog eens te horen. Hij is een brother from day one, niets kan dat ooit veranderen. En ALBI X is ook een beetje familie geworden. Ik ben al zo lang fan van hem, maar onze band is zo naturel ontstaan. Shaka Shams rapt ook niet normaal goed. Echt alleen maar samenwerkingen met talentvolle artiesten. En dan nog eens allemaal black people!»

In de song ‘Fruit of Bantu’ zing je «black lips, black hips, black forever». Is het belangrijk voor jou om je diverse achtergrond in muziek te verwerken?

«Ja, dat nummer is een ode aan iedereen met een donkere huidskleur. Het gaat echt over de trotsheid. Niet over de pijn, want die hebben we allemaal al gevoeld. We mogen trots zijn op wie we zijn. Dat is eigenlijk de boodschap. «Black lips, black hips, black forever», dat ben ik gewoon. Ik vind het een belangrijk nummer, maar het deed wel pijn om te schrijven. Het blijft een beladen thema, hoor.»

Je hebt duidelijk een overvloed aan boodschappen vervat in je album. Maar welke centrale les hoop je dat jouw luisteraars zullen onthouden?

«De positieve en negatieve momenten hebben beide hun schoonheid. Zelfs de donkerste periodes bevatten sprankjes licht. Het hoort gewoon bij het leven en dat moet je accepteren. We vergeten soms hoe waardevol het leven is. Alleszins, ík vergat dat. Als je worstelt, probeer er dan met anderen over te praten. Ik geef mezelf nu ook de ruimte om dat te doen. Na een lange strijd heb ik mijzelf eindelijk lief.»

‘Alive’ is nu uit bij Top Notch. Op 13 juli stelt Coely haar nieuwe plaat voor in OLT Rivierenhof in Antwerpen.