Cultuursector blijft niet bij pakken zitten en dient vordering tot schorsing in bij de Raad van State

De Liga voor Mensenrechten heeft samen met een aantal culturele organisaties een verzoek tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid ingediend bij de Raad van State. Een uitspraak is mogelijk nog voor deze week.

door
Redactie Online
Leestijd 2 min.

De cultuursector kondigde afgelopen zondag tijdens de protestmanifestatie in Brussel al aan dat er een procedure zou worden opgestart bij de Raad van State, samen met de Mensenrechtenliga. De sector kan zich niet vinden in het verbod op binnenevenementen dat het Overlegcomité vorige week heeft opgelegd, waarvan de facto vooral de cultuur het slachtoffer is.

Die procedure loopt sinds maandagmiddag, bevestigt Kati Verstrepen, de voorzitster van de Liga voor Mensenrechten. Het gaat om een beroep tot nietigverklaring, een procedure die volgens persmagistraat bij de Raad van State Eric Brewaeys «in het beste geval» een jaar tot 15 maanden in beslag neemt, maar er is ook een vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid ingediend. Als de Raad van State daarin meegaat, kunnen de maatregelen worden opgeschort tot er ten gronde wordt geoordeeld. Die procedure neemt enkele dagen in beslag, mogelijk wordt er later vandaag nog geoordeeld over de ontvankelijkheid ervan.

Verstrepen hoopt dat er deze week nog een uitspraak volgt over de schorsingsvordering. «Maar zelfs als dat zo is, dan blijft het een ramp voor de cultuursector. De kerstvakantie zal voorbij zijn, en dat is net de periode waarin mensen naar de bioscoop of het theater gaan.»

«Sluiting is disproportioneel, onredelijk, niet noodzakelijk»

Theaterproductiehuis BroedBloeders, een onderdeel van productiehuis De Hofleveranciers dat acteurs en comedians als Maaike Cafmeyer, Han Coucke en Erhan Demerci vertegenwoordigt, diende ook een vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid in. «Een sluiting van de cultuursector is disproportioneel, onredelijk, niet noodzakelijk en zeker niet verantwoord», klinkt het daar. «Het gaat bovendien om een extra preventieve maatregel exclusief in één sector, hetgeen een schending vormt van het gelijkheidsbeginsel. Alle noodzakelijke maatregelen in het kader van de pandemie dienen getroffen te worden, maar ze moeten evenredig, billijk en proportioneel verdeeld zijn.»

Het productiehuis eist de onmiddellijke heropening van de hele sector. Het vergoeden van de geleden schade maakt geen deel uit van het verzoekschrift, maar «dat zou een evidentie en automatisme moeten zijn na de opgedane knowhow de afgelopen maanden en zelfs jaren in deze pandemie.»