WHAT ABOUT... Fuse? Wat is de toekomst van de technoclub?

Het nieuws dat Fuse de boeken dicht doet, stoot op veel verzet. Belgische muziekliefhebbers noemen de sluiting het einde van een tijdperk. Ongeacht de vraag of het doek definitief gevallen is over de dertig jaar oude feesttempel, hebben ze misschien wel een punt. Het valt op dat het concept van één vaste ruimte waarin ieder weekend een rave plaatsvindt stilaan verdwijnt. Maar de ravecultuur heeft, trouw aan zijn DNA, genoeg alternatieven in petto.

door
Lien Delabie
Leestijd 3 min.

De sluiting van Fuse, de Brusselse discotheek in hartje Marollen, komt voor doorgewinterde ravers niet geheel als een verrassing. Jaar na jaar zien ze, tot hun grote frustratie, technoclubs elk om beurt vallen door repressief beleid. In 2018 gaf de Bart de Kegel, de toenmalige uitbater van de Gentse Decadance, er voorgoed de brui aan. De aanhoudende strijd met burgemeester Daniël Termont (Vooruit), die de club eerder al tien weken sloot vanwege drugmisbruik, werd onhoudbaar. Kompass Klub, eveneens in Gent, riskeert in hetzelfde schuitje te belanden. Ook zij moesten al enkele keren verplicht sluiten, vanwege drugsfeiten en een kafkaiaans conflict met het stadsbestuur over omgevingsvergunningen. Fuse moet zich nu in datzelfde rijtje van technoclubs scharen die moeten vechten om te overleven. De schuldige deze keer? Een burenklacht.

De repressie van stadsbesturen en buurtbewoners komt bovenop de wonde die de coronacrisis sloeg in het Belgische nachtleven. Clubs blijven met steun van de ravegemeenschap veel weerstand bieden, maar de vraag is telkens hoe lang ze kunnen standhouden. Zowel Decadance en Kompass Klub zijn weer open, maar zeker van die laatste is de toekomst erg onzeker. Gelukkig zijn ravers niet vies van een beetje rebellie en een goede dosis creativiteit, en vinden ze zichzelf opnieuw uit.

De club als culturele instelling

Een piste die steeds vaker opduikt is de vraag of technoclubs als een culturele instelling moeten beschouwd worden. Op dit moment is dat nog niet het geval. Bij ons zijn Fuse, Ampère en Kompass Klub gewoon horecagelegenheden. Clubs drukken nochtans hun stempel op de muziekgeschiedenis. Een club als Fuse kon bijvoorbeeld wereldnamen als Daft Punk en Carl Cox naar Brussel lokken. Waarom zouden genres als house, techno en trance niet onder cultuur vallen? In Berlijn hebben ze die switch alvast gemaakt: daar worden clubs erkend als culturele podia. Dat zou danstempels beter beschermen. «Als wij een cultureel trefpunt zouden zijn, zou het principe van anterioriteit gelden: het is aan de mensen die zich naast de club vestigen om de nodige maatregelen te nemen om hun gebouw geluiddicht te maken», verklaarde de eigenaar van Fuse nog enkele maanden geleden aan Le Soir. Bovendien gaan clubs uit zichzelf ook steeds vaker die culturele positie opeisen door expliciete banden te smeden met andere kunstvormen. Dancefestival Horst zet bijvoorbeeld expliciet in op architectuur, terwijl de Funke in Gent zowel een club, bar als exporuimte is.

De club ingenomen door collectieven

In plaats van ruimtes die dj’s boeken, gaan dj-collectieven recent in steden bijna net zo vaak zelf op zoek naar een ruimte waar zij kunnen feesten volgens hun regels. Vandaag betekent dat veelal: een safe space waarin iedereen ongeremd zichzelf kan zijn. Concreet houdt dat bijvoorbeeld in dat die collectieven, in samenspraak met de ruimte waarin de rave plaatsvindt, vrijwilligers inzet die op de dansvloer het gesprek aangaan over drank, drugs of intimidatie. Burenhinder is bijvoorbeeld een vrouwelijk feest- en kunstcollectief dat zich al enkele jaren inzet voor een inclusief nachtleven, met nultolerantie voor seksisme, racisme, queerfobie en transfobie. Maar ook collectieven als HE4RTBROKEN, grid en notyourtechno nemen zelf ruimtes in om de nachtcultuur nieuw leven in te blazen.

De tijdelijke club

Doordat raves zich bij hun ontstaan vaak in de illegaliteit bevonden, kregen ze een associatie met verlaten warenhuizen, kelders en fabrieken. Toeval wil dat een stad als Brussel terugkeert naar die traditie door zijn leegstaande gebouwen, veelal tijdelijk, te verhuren aan feestcollectieven. Zo deed het voormalige postsorteercentrum onder het Zuidstation ‘Le Tri Postal’ een tijdlang dienst als raveruimte. Het was geen alleenstaand geval: Recyclart zit in een lege drukkerij, C12 in een mislukt winkelcentrum in de Hortagalerij en sinds 2022 bezet de culturele organisatie Arty Farty de Reset, een oud bankgebouw vlakbij het centraal station. Al die clublocaties zijn tijdelijk, maar hebben als voordeel dat het afgelegen, interessante locaties zijn die goedgekeurd zijn door de stad.