Financiële sector werft massaal aan, ondanks tekort aan arbeidskrachten in algemene economie

De activiteit op de Belgische arbeidsmarkt zou positief moeten evolueren tijdens de zomermaanden. Vooral in de financiële sector en bij vastgoed worden er veel aanwervingen verwacht. Tegelijk blijven werkgevers kampen met een «ongekend tekort aan arbeidskrachten». Dat blijkt uit de nieuwste barometer voor tewerkstellingsvooruitzichten van hr-bedrijf Manpower.

door
Redactie Online
Leestijd 3 min.

Nadat ze twee kwartalen op rij was gedaald, neemt de nettotewerkstellingsprognose van Manpower opnieuw toe ten opzichte van het tweede kwartaal (+23%). De nettotewerkstellingsprognose is het verschil tussen het percentage werkgevers dat aanwervingen plant en het percentage dat personeel wil afbouwen. Ons land ligt met +23% net boven het Europese gemiddelde (+20%) en onder het wereldwijde gemiddelde (+28%). Manpower nuanceert het optimisme wel: vorig jaar lag het cijfer in België iets hoger in dezelfde periode (+25%).

Van de 510 Belgische werkgevers die eind april werden bevraagd, is 38% van plan het personeelsbestand tegen eind september 2023 uit te breiden. Zowat 15% plant het aantal werknemers te doen dalen. Iets minder dan de helft van de respondenten, 44%, verwacht geen verandering.

Tekort aan arbeidskrachten

«Onze arbeidsmarkt blijft veerkrachtig», vat Sébastien Delfosse van Manpower samen. «Tegelijkertijd worden bedrijven nog steeds geconfronteerd met inflatie, de gevolgen van de loonindexeringen en een economisch klimaat dat ongunstig blijft voor de ontwikkeling van zakendeals, met name door de oorlog in Oekraïne. Dat alles weegt op hun wervingsbeslissingen.»

Werkgevers blijven ondertussen kampen met een «ongekend tekort aan arbeidskrachten», aldus de barometer. «Meer dan vier op de vijf Belgische werkgevers hebben moeite om hun vacatures in te vullen», gaat het rapport verder. «Zij moeten anticiperen op de toekomst door meer flexibiliteit aan de dag te leggen en sneller te transformeren in een context van internationale concurrentie. Werkgevers in alle sectoren ondervinden moeilijkheden om gekwalificeerde profielen te vinden.»

Meer aanwervingen in Vlaanderen

Het wervingsklimaat zal naar verwachting het meest dynamisch zijn in Vlaanderen, in vergelijking met de andere gewesten. In Vlaanderen ligt het nettotewerkstellingsprognose op 29%, de hoogste waarde sinds het tweede kwartaal van 2022. Ook in Brussel is er een stijgende trend. Omgekeerd melden de Waalse werkgevers een daling.

De sterkste verwachting op vlak van wervingsactiviteit zit in de financiële sector en bij vastgoed. Daarna volgen de sectoren energie en IT. Nog positieve geluiden hoort de barometer bij de openbare diensten en het onderwijs, transport en logistiek, in de bouwsector en de landbouw en visserij.

De zwakste wervingsintenties worden gemeld door werkgevers in de sectoren van consumptiegoederen en -diensten, de horeca en retail, communicatiediensten, gezondheidszorg en biowetenschappen.

Meer jobs bij grote bedrijven

Tot slot merkt de barometer dat hoe groter een bedrijf, hoe groter de nettotewerkstellingsprognose. «Personeel aanwerven is een risico en een grote investering, dat geldt nog meer voor de kleinste structuren», besluit Delfosse. «Het is dan ook begrijpelijk dat werkgevers in kleine bedrijven in de context van aanhoudende onzekerheid een afwachtende houding aannemen.»

Wereldwijd zijn de tewerkstellingsvooruitzichten positief in alle 41 bevraagde landen. Het vertrouwen van de werkgevers is in 29 landen gestegen en in 11 landen gedaald. De nettotewerkstellingsvooruitzichten dalen in 26 landen ten opzichte van het derde kwartaal van 2022, terwijl ze in 12 landen stijgen en in 2 andere landen stabiel blijven. Nederland is bijvoorbeeld erg optimistisch, de Italianen een pak minder.

Ongekende stijging van aantal jobs

Eerder dit jaar bleek uit het jaarverslag van de Nationale Bank (NBB) dat er vorig jaar 101.000 nieuwe jobs bij waren gekomen op de Belgische arbeidsmarkt, de grootste stijging van het aantal jobs in de Belgische economie sinds het begin van de metingen in 1953. Netto kwamen er 86.000 werknemers bij, een «zeer dynamische werkgelegenheidscreatie», dixit het jaarverslag. Daar komen 15.000 zelfstandigen bij die een nieuwe activiteit begonnen, een cijfer in lijn met de voorgaande jaren.

De toename van het aantal banen was wel «niet uniform»: het niveau van tewerkstelling bij de laag- en middengeschoolden en de jongeren ligt nog onder het niveau van voor de coronapandemie. Om de gewenste werkgelegenheidsgraad – het deel van de actieve bevolking dat een job heeft – van 80% te halen, zijn bijkomend 532.000 arbeidskrachten nodig.

De Nationale Bank wees ook op de regionale verschillen: in Vlaanderen klokte de werkgelegenheidsgraad af op 76,6%, tegenover 65,2% in Brussel en 65,6% in Wallonië.

Wat je echt wilt weten op Metrotime.be