OEPS. Helft van de werknemers erkent smartphoneverslaving

Uit een recente enquête bij 400 Belgen en Nederlanders blijkt dat 48% van de werknemers toegeeft zich verslaafd te voelen aan de smartphone. Die collectieve afhankelijkheid tast zowel ons welzijn als onze productiviteit op het werk aan. Om de balans tussen online en offline te herstellen, worden Belgen en Nederlanders tijdens de Week van de Deconnectie uitgedaagd om alvast buiten de werkuren de digitale verbinding gedurende één week compleet te verbreken.

door
Redactie Online
Leestijd 3 min.

Het onderzoek werd uitgevoerd bij van 20 oktober tot 6 november en peilde naar de relatie tussen digitale connectie en professioneel welbevinden. Blijkbaar zijn leven en werk vandaag bijzonder innig met elkaar verbonden. Zo zegt 45% van de werknemers dat hun werkweek compleet in het teken staat van het werk, zonder fysieke of mentale ruimte voor ontspanning. Bijna zes op tien werknemers blijkt zelfs tijdens weekends en vakanties het werk niet te kunnen lossen.

Die permanente connectie weegt ook op onze productiviteit. Zo checkt 44 procent van de deelnemers zijn eerste professionele berichten voor aanvang van de werkdag. Interessante vaststelling: wie zich al ’s morgens vroeg in de eigen tijd werkgerelateerde berichten leest, heeft ’s avonds meer dan gemiddeld (81%!) het gevoel dat ze heel de dag hard hebben gewerkt, maar te weinig hebben gedaan. Blijkbaar geldt hier de regel dat hoe meer iemand in zijn privétijd via de smartphone of het internet verbonden is het met werk, hoe kleiner het gevoel van controle over de werkdag en de eigen agenda.

De onontkoombaarheid van de smartphone blijkt uit de bekentenis van ongeveer drie op vier respondenten (73%) dat ze ook geregeld op zoek naar nieuwe digitale berichten of nieuws zonder dat ze door notificaties getriggerd worden. De fysieke nabijheid volstaat blijkbaar als trigger. Dat doet vermoeden dat het uitschakelen van piepjes en meldingen niet langer een afdoend middel is in de strijd tegen onze collectieve smartphoneverslaving. Een nipte meerderheid (51%) beseft trouwens dat hun smartphonegebruik momenteel nog altijd toeneemt. Het einde van deze evolutie is dus waarschijnlijk nog niet in zicht.

Week van de Deconnectie

In het licht van deze cijfers is het niet te verwonderen dat een meerderheid van de respondenten de Week van de Deconnectie een goed (44,4% / misschien deelnemen) of heel goed (19,6% / zeker deelnemen) initiatief vindt. “De erg gepolariseerde reacties van voor- en tegenstanders zijn veelzeggend”, aldus initiatiefnemer Gunnar Michielssen. «Natuurlijk zijn er mensen voor wie de smartphone om medische of praktische redenen echt onmisbaar is en een compleet gedeconnecteerde week dus onhaalbaar. Toch worden al te vaak drogredenen ingeroepen om niet deel te nemen. Zo liet één respondent weten niet te kunnen deelnemen omdat hij dan het rendement van zijn zonnepanelen niet zou kunnen checken. We zijn blijkbaar zo verknocht aan de permanente informatiebrij, dat ook triviale data voor sommige mensen levensnoodzakelijk lijken.»

Gunnar Michielssen: «Het belangrijkste doel van zo’n Week van de Deconnectie is werknemers, werkgevers en gezinnen stil te laten staan bij onze collectieve digitale gewoontes. De smartphone en het internet hebben onze manier van samenleven en -werken in nauwelijks twintig jaar tijd compleet overhoop gegooid. Deze enquête wijst uit dat aan deze evolutie niet alleen voordelen verbonden zijn. Je mag de Week van de Deconnectie gerust zien als een bezinningsweek waarin we het debat openen over de collectieve en individuele gevolgen van de digitale revolutie. Niet om het kind met het badwater weg te gooien, wel om op termijn te komen tot een nieuw en gezond evenwicht tussen ons online en offline leven.»

Alles wat je echt wilt weten vind je op Metrotime.be