SOUNDCHECK. «De eerste vijf jaar van Clouseau is ons nooit een vraag over muziek gesteld. Heel frustrerend»

Clouseau heeft intussen 38 jaar op de teller, maar op hun 14de Nederlandstalige studioalbum zingt Koen «beter, eerlijker en volwassener dan ooit», staat te lezen op de bandwebsite. Bovendien geeft de titel van hun nieuwste worp aan dat Koen en Kris Wauters nog lang niet uitgezongen zijn. Meer dan ooit doen de broers gewoon hun goesting – ook al gaat dat ten koste van hun eigen marktwaarde: «Commercieel gezien zijn we niet zo slim bezig.»

door
Quentin Soenens
Leestijd 6 min.

Dag heren. Waarom kozen jullie voor de titel ‘Jonge Wolven’?

Kris Wauters: (spreidt de armen) «Kijk naar ons.» (lacht)

Koen Wauters: «We hebben lang gezocht naar een goede titel. Doorgaans gebeurt dat door in onze teksten of tracklist te speuren naar treffende woorden die de totaalsfeer van de plaat vatten. Dat was bijvoorbeeld het geval bij ‘En Dans’ en ‘Vanbinnen’. Natuurlijk zet je dan wel één nummer meer in de schijnwerpers, en bij deze plaat wilden we dat niet. We hebben heel lang gebakkeleid over de titelkeuze, zonder resultaat. ‘Hart In Brand’ was een tijdje in de running, maar uiteindelijk voelde die titel toch niet helemaal juist. Tot we in Deinze van het podium afstapten na een concert en iemand tegen ons zei: ‘Ik zag geen vijftigers staan op de planken, daar zat zoveel energie en overgave in.’ Kris antwoordde dat we ‘jonge honden’ waren als we op een podium staan. Hij keerde zich tot mij: ‘Zeg, zou dat geen goeie titel zijn?’ ‘Jonge wolven is misschien nog toffer?’, zei ik. Toen wisten we: bingo, we hebben het.»

«De titel dekt vele ladingen: we voelden ons als jonge wolven toen we de plaat schreven en opnamen. Ondanks het feit dat Clouseau al 38 jaar bestaat, is het enthousiasme nog even groot als in het prille begin. En de drang om er iets goeds van te maken is zo mogelijk nóg groter. We hebben ondertussen immers de métier en alle expertise in huis om een goede plaat te maken.»

‘Jonge Wolven’ is het veertiende Nederlandstalige studioalbum van Clouseau. Hadden jullie bij de start van Clouseau ooit gedacht dat het zo’n vaart zou lopen?

Kris: «Helemaal niet. Clouseau was eigenlijk bedoeld als eenmalig project voor één concertje. In ons geboortedorp Sint-Genesius-Rode waren er in de winterperiode altijd aperitiefconcerten. Er stond dan een strijkkwartet of koor op het podium – meestal cultuurliefhebbers van middelbare leeftijd. Onze vader zat in de gemeenteraad, in de cultuurraad zat de vader van Bob Savenberg, en die wisten dat we met Bob muziek maakten. Zij vroegen ons om zo’n aperitiefconcert te doen, om ‘de jeugd van het dorp aan te spreken’.»

Koen: «Toen Clouseau begon was ik zestien jaar. Op die leeftijd denk je dat je nooit vijftig wordt. (lacht) Je bent dan niet bezig met hoe oud of jong je bent.»

Kris: «Die eerste jaren was Clouseau vooral een hype. Er was weinig aandacht voor het muzikale. In die beginperiode vroegen we ons oprecht af of we dit heel ons leven wilden doen. ‘Oker’ was het keerpunt: de hype was gaan liggen, en vanaf dan lag de focus meer op het muzikale. Pas dan wisten we zeker dat dit is wat we willen doen.»

Koen: «Intussen hebben we sommige paden al meerdere keren bewandeld. We maken nu eenmaal Vlaamse pop: zoveel verschillende pistes zijn er niet in dat genre. Voor deze plaat hebben we besloten om alle songs die te luchtig of te vrijblijvend aanvoelen overboord te gooien. Dat hadden we voor het vorige album trouwens ook al gedaan. Niet dat er iets mis is met luchtige songs, maar we zijn intussen vijftigplussers. Onze liedjes mogen iets meer diepgang bevatten. Wat dan ook weer niet wil zeggen dat het altijd emotioneel en zwaar moet zijn.»

Kris: «Mij zal je niet horen zeggen dat ‘Anne, als ik jou zie ben ik niet meer bij te sturen’ tekstueel slecht is – die tekst is zelfs heel goed – maar inhoudelijk is dat een zeer licht nummer. Dat soort songs filteren we er tegenwoordig uit.»

De hype rond Bazart een aantal jaar geleden deed denken aan de ‘Clouseaumania’ waarover Kris het had: gillende fans, de ene na de andere hit, uitverkochte tournees... Deed het jullie met weemoed terugdenken aan jullie eigen ‘gloriedagen’?

Koen: (stellig) «Weemoed? Nee!»

Kris: «Bij Clouseau was de hype tien keer erger.»

Koen: «Dat denk ik ook wel. Pas op: Bazart is ook wel echt ontploft toen. Maar bij Clouseau hadden de media het na drie albums nog steeds over meisjes die flauwvielen in het publiek. Ze dachten toen nog altijd dat we eendagsvliegen waren. Komaan zeg, hoeveel platen moesten we maken vooraleer ze zouden stoppen met zeggen dat we een eendagsvlieg waren?» (lacht)

Kris: «Die eerste vijf jaar is ons ook nooit een vraag over muziek gesteld. We mochten bij wijze van spreken drie kwartier lang een onnozel walsje spelen op een podium; het publiek zou even enthousiast geweest zijn. Op de duur waren we daar echt gefrustreerd over. Het ging altijd maar over flauwvallende meisjes of verkooprecords. Terwijl we goede songs als ‘Daar Gaat Ze’, ‘Domino’ of ‘Wil niet dat je weggaat’ gemaakt hadden, waar een 16-jarig gillend meisje misschien minder aan heeft dan een 30-jarige vrouw.»

Koen: «We hebben in die periode dikwijls tegen elkaar gezegd dat we moesten doorbijten. (slaat met vuist op tafel) Uiteindelijk zouden ze ons toch als groep en muzikanten gaan beschouwen. Maar anderzijds kregen we op het einde van de week te horen dat we 12.000 platen verkocht hadden. Op een week tijd hé! Onze eerste plaat verkocht 600.000 exemplaren, Nederland incluis.»

Is het als iets oudere, gevestigde band moeilijker om jongere generaties aan te spreken?

Kris: «Tot onze grote vreugde zien we om de zoveel jaar nieuw, jong volk voor het podium verschijnen tijdens onze concerten.»

Koen: «We worden regelmatig op MNM en Qmusic gedraaid: radiozenders met een jong publiek. Ik kom vaak op tv. Oudere fans hebben intussen kinderen gekregen, die blootgesteld worden aan ons repertoire als er thuis een Clouseau-lied gedraaid wordt. Dus de opvolging van onze fanbase is wel verzekerd.»

‘Jonge Wolven’ is opgenomen met ‘klassieke’ instrumenten: drums, gitaren en violen. Een zeldzaamheid tegenwoordig, zeker als je de hitparade erop naslaat. De elektronica vliegt je er om de oren.

Kris: «Het is inderdaad geen computerplaat, zoals 98% van de albums die je tegenwoordig hoort. Ik ben ervan overtuigd dat die ‘analoge’ muziek, die met vakmanschap en liefde voor sound gemaakt is, een snaar raakt bij iedereen die van muziek houdt – ook bij jonge mensen. Ik ben er ook rotsvast van overtuigd dat jongeren die hele dagen naar QMusic en MNM luisteren nooit blootgesteld worden aan een ander soort muziek, die hen óók zou kunnen aanspreken. Alleen weten ze niet wat ze missen.»

Koen: «We beginnen alleszins meer op te vallen omdat onze muziek anders opgenomen is dan de rest. Commercieel gezien zijn we niet zo slim bezig.» (lacht)

Kris: «Deze plaat is zodanig onhip, dat ze weer hip wordt.»

Koen, in het nummer ‘Stil’ zitten de gevoelens vervat die je scheiding teweegbracht – van het diepe dal tot de positieve ommekeer. Is deze plaat therapeutisch voor jou?

Koen: «Jazeker, want tijdens het schrijven was ik verplicht om te reflecteren over die scheiding. In ‘Stil’ zitten veel oplossingen en hoop vervat, en het lied eindigt heel positief. Dat gevoel overheerst nu bij mij – ik ben ook al twee jaar geleden gescheiden. Het feit dat ik zo’n tekst op papier kon zetten, bewijst dat ik al een stukje van het proces achter mij heb kunnen laten.»

‘Jonge Wolven’ is uit bij Warner. Op 14 mei treedt Clouseau op op ‘I Love The 90’s’ in Hasselt. Deze zomer staat Clouseau onder meer op Rock Zottegem en Suikerrock in Tienen. Check voor alle concertdata www.clouseau.be