Meer dan 200 milieuactivisten gedood in 2017
Vorig jaar zijn wereldwijd 207 mensen om het leven gebracht wegens hun inzet voor het milieu. Dat blijkt uit cijfers die de ngo Global Witness vandaag heeft verspreid. Het merendeel van de slachtoffers - zowat zestig procent - viel in Latijns-Amerika. De milieuactivisten werden om het leven gebracht omdat ze zich verzet hadden tegen bosbouwprojecten of tegen agro-industriële initiatieven. Global Witness kijkt daarbij in de eerste plaats naar de productie van melkproducten, rundvlees, katoen, palmolie, soja en rietsuiker.
"Veel van die producten komen in de supermarkten in Europa en elders terecht", zegt Billy Kyte van Global Witness. "We hebben een verantwoordelijkheid als verbruiker. Onze regeringen en ondernemingen moeten erop aandringen en moeten ervoor zorgen dat er geen mensenrechtenschendingen plaatsvinden."
De 207 slachtoffers werden in 22 verschillende landen geregistreerd. De meeste doden (57) vielen in Brazilië, gevolgd dor de Filipijnen (48) en Colombia (24). Voorts blijkt vooral de situatie in Mexico er drastisch op achteruit te zijn gegaan. In 2016 werden daar nog drie milieuactivisten gedood, in 2017 al vijftien.
De slachtoffers zijn doorgaans leiders van autochtone gemeenschappen, parkwachters die het wildbestand moeten beschermen of "gewone mensen" die hun landgoed of een rivier wilden beschermen.
Bron: Belga