‘Alma Viva’: «In dit dorp zijn hekserij en taboes nog heel levendig»

We krijgen niet vaak Portugese cinema in onze zalen, maar ‘Alma Viva’ is niet zomaar een film. De Portugese inzending voor de Oscars is een kroniek van een begrafenis en een pittig familieverhaal, gekruid met humor, hekserij en welgemeende scheldpartijen. Regisseur Cristèle Alves Meira geeft Metro een rondleiding.

door
Stanislas Ide
Leestijd 4 min.

Waarnaar verwijst de titel ‘Alma Viva’?

Cristèle Alves Meira (kleine foto): «Het betekent letterlijk ‘levende ziel’. Ik kwam heel vroeg op het idee voor een verhaal over een grootmoeder die bij haar dood geen zielenrust vindt omdat haar familie er niet in slaagt om het eens te raken over de begrafenis en een grafsteen voor haar te kopen. Dus weigert ze om zich van de levende mensen te scheiden en begint ze via haar kleindochter door haar dorp te spoken.»

‘Alma Viva’ heeft de internationale filmfestivals afgereisd en is ook al in de zalen geweest in Portugal en Frankrijk. Reageren de mensen anders in andere landen en culturen?

«Niet echt. De film blijkt een universele reikwijdte te hebben die veel verder gaat dan ik zelf had gedacht. Ik ging ervan uit dat ik een film had gemaakt die enkel over een klein dorpje ging, dat van mijn eigen moeder en grootmoeder. Ik heb er als kind elke zomer doorgebracht. Het ligt ergens verloren tussen de bergen in het noorden van Portugal en heeft heel specifieke ideeën en visies op het leven. Maar achteraf besef ik dat verhalen over de band tussen een grootmoeder en haar kleindochter, over families en nalatenschap, en over rouw en hekserij iedereen aanspreken.»

Je noemt de film universeel. Maar is hij ook niet typisch Latijns?

«Zeker. Ik noem het de sensualiteit van beschadigde lichamen. Die is heel eigen aan Latijnse landen. Net als de energie die de mensen overal uitstralen. Ruimtes die verzadigd zijn van mensen, een gebrek aan intimiteit, dat je je familie graag ziet terwijl je ze de huid vol scheldt, alle buren die dat kleine meisje op haar voorhoofd komen aanraken terwijl ze in rouw is. Dat wou ik allemaal vastleggen in mijn film.»

‘Alma Viva’ is niet alleen een familieverhaal vóór de camera, ook erachter. Leg eens uit?

«Mijn dichte familie heeft eraan meegewerkt. In de hoofdrol zie je bijvoorbeeld mijn eigen dochter Lua. Haar vader, mijn partner, was dan weer artistiek raadgever en nam de speciale effecten voor zijn rekening. Daarnaast heb ik een beroep gedaan op mijn familie uit het dorp, allemaal neven, nichten en oude tantes die bereid waren om mee te spelen. En tot slot is er mijn filmfamilie, met acteurs die me al sinds mijn eerste kortfilms volgen.»

Het hoofdpersonage, Salomé, is een meisje van tien. Hoe heb je het aangepakt om haar perspectief geloofwaardig weer te geven?

«Mijn dochter heeft me geholpen. Ik realiseerde me dat je als kind vaak op de grond zit. Daarom zie je bijvoorbeeld dat ze zich tijdens de wake onder de tafel verstopt. Eigenlijk volstaat het om kinderen goed te observeren. Als je daar de tijd voor neemt, is het niet zo moeilijk. Daar komt films maken tenslotte op neer, dat je observeert wat er om je heen gebeurt en dat dan in beelden vertaalt.»

De film laat hekserij en andere esoterische praktijken zien. Die zijn nog steeds gebruikelijk in Portugal maar blijven meestal geheim. Heb je uitsluitend geput uit je eigen jeugdherinneringen voor die scènes?

«Het is een mengeling. Aan de ene kant zijn er verhalen die ik zelf heb gehoord in dit dorp, waar hekserij en taboes nog heel levendig zijn. Andere dingen heb ik ergens anders vandaan, met name van twee antropologen die hekserij bestudeerd hebben, de ene in de bocage van Normandië, de andere in Portugal.»

In wezen is ‘Alma Viva’ een spookverhaal, maar hij heeft geen enkel uitstaan met een horrorfilm. Hoe maak je het verschil?

«De eerste film over geesten waar ik aan dacht toen ik aan ‘Alma Viva’ begon, was ‘Cría Cuervos’ van Carlos Saura, en die klassieker heeft niets te maken met horror. Ik heb nogal wat films over bezetenheid bekeken om me voor te bereiden, maar daar heb ik me bewust van afgezet. Geesten maken al sinds mijn jeugd deel uit van mijn leven. Bij ons thuis geloofden we in geesten, en het occulte was soms heel aanwezig. Het past bij hoe ik de natuur zie. Er zit magie in mijn blik op de wereld en in de opvoeding die ik gekregen heb. Over geesten praten, heeft voor mij niets te maken met griezelen. Ik zie het eerder als een reis naar de kindertijd en een verlangen om de wereld in vraag te stellen. Om een blik te gaan werpen achter de schermen van wat zichtbaar is.»

Alma Viva ****

Salomé is tien jaar oud en reist met haar ouders naar hun geboorteland Portugal. Zoals elke zomer is het een blij, warm en hartelijk weerzien met de familie, totdat de grootmoeder die Salomé zo graag heeft onverwacht sterft. Terwijl de volwassenen kibbelen over de organisatie van de begrafenis vraagt het jonge meisje zich af of de krachten die haar grootmoeder haar geschonken heeft niet verantwoordelijk zijn voor dat plotse overlijden... De eerste langspeelfilm van de Frans-Portugese cineast Cristèle Alves Meira steekt vol borrelende charme. Te beginnen bij de personages. Het maakt niet uit of ze elkaar knuffelen of uitkafferen, je denkt van bij de eerste beelden aan je eigen familie. Ook zijn kinderlijke blik op de dood bekoort, met zijn mengeling van mystiek en banaliteit, onuitgesproken angst en welgekomen humor. En wat gezegd van zijn poëzie, met de bosbranden die de solidariteit van het dorp bedreigen en de wankelende familie die zich vastklampt aan een doodskist. Veel meer zachtheid dan je van een spookverhaal zou verwachten.

‘Alma Viva’ is momenteel in de zalen.