Hoe bezorgd moeten we zijn over bedwantsen? «Het is ongedierte, maar geen ziekteverspreider»

Bedwantsen domineren het nieuws. De parasitaire, minuscule diertjes rukten eerst op in Parijs, maar nu lijkt ook de rest van Europa in de ban van de bedwants. Moeten we beginnen te panikeren?

door
Lien Delabie
Leestijd 4 min.

Wanneer modejournalisten vorige week terugblikten op afgelopen Paris Fashion Week, dachten ze niet meteen aan de haute couture, de topmodellen of de outfits van Emma Chamberlain. De echte showstopper dit jaar waren platte, ovalen diertjes die zich voeden met menselijk bloed: les punaises de lit ¸ofwel bedwantsen. De afgelopen weken werden ze in de Franse hoofdstad gespot in cinemazalen, tgv’s, op de metro of op de luchthaven Charles de Gaulle. «Niemand is veilig», kondigde de plaatsvervangende burgemeester van Parijs, Emmanuel Grégoire, eind september aan op de Franse tv. Hij sprak van een «bedwantsenplaag» en een «ongewoon hoog aantal verzoeken» voor de uitroeiing van het parasitaire insect.

Wat zijn bedwantsen?

Bedwantsen bijten mensen en warmbloedige dieren en voeden zich met bloed. Ze zijn roodbruin van kleur en worden niet groter dan 8,5 millimeter. Ze houden zich vaak op in bedden, bagage en kledij. Overdag verstoppen ze zich in donkere kiertjes om vervolgens ’s nachts te ontwaken om bloed te drinken. Toegegeven, op basis van die beschrijving klinkt het bijna alsof ze thuishoren in een akelige cult horrorfilm. In realiteit zijn de insecten vrij onschuldig, al kunnen hun beten ongelofelijk jeuken en is het idee van een krioelend nest in je matras hoogst onaangenaam. «Dat veel mensen er zo panisch van worden, heeft vooral te maken met de angst voor het onbekende. Muggen zijn we gewoon, maar een insect dat lijkt op een kleine kakkerlak en dat ’s nachts over je vel kruipt, is voor velen toch een stuk griezeliger», beaamt ook entomoloog Peter Berx in De Standaard.

Wat niet helpt is dat ze bijzonder hardnekkig zijn. Spot je er eentje in huis, dan kom je er niet zomaar van af met wat huis-tuin-en-keukenmiddeltjes. Vrouwtjes kunnen zo’n 200 eieren leggen. Bovendien zijn de dieren resistent geworden aan allerlei soorten producten, zegt Berx. «Tel daarbij hun bouw – klein en plat, waardoor ze overal tussen kunnen en zich heel goed kunnen verstoppen – en je weet waarom ze maar niet verdwijnen.» Met andere woorden, een bedwants staat bijna altijd garant voor een bezoekje van een verdelgingsteam.

Hoe ernstig is de situatie?

Dat is de hamvraag. Als je bepaalde beelden op sociale media zou moeten geloven, staan bedwantsen klaar op iedere hoek om je te besluipen. Maar we stellen je gerust: zo ver is het nog lang niet gekomen. Op 4 oktober, slechts een kleine week nadat Grégoire zijn onheilspellende boodschap bracht, sust de Franse regering al de bevolking: «Er is geen sprake van een opleving» van het aantal bedwantsen, zei minister van Transport Clément Beaune. Hij zat samen met verschillende transportbedrijven en heeft hen gevraagd om gegevens te publiceren over alle gemelde en bewezen gevallen, en de acties die zijn ondernomen. Hij wijst ook op het gevaar van «fake news», al wil dat niet zeggen dat er geen «reële bezorgdheid» is.

Het klopt dat er op sociale media de afgelopen dagen misleidende beelden rondgingen, onder meer van insecten die niet eens bedwantsen bleken te zijn. Alle krantenkoppen wekken daarbovenop de illusie dat er een overrompeling is van de bloeddorstige insecten. Toch is enige bezorgdheid daadwerkelijk terecht. De insecten komen de laatste tijd vaker voor dan vroeger, en dat ligt ook aan ons. Berx wijst in Het Nieuwsblad onder meer op onze toegenomen mobiliteit: «Mensen reizen vandaag de wereld rond, en bedwantsen reizen vlot mee in onze bagage. En omdat we met zoveel op elkaar leven, is het makkelijk voor populaties bedwantsen om op te schieten.»

Is er sprake van een plaag in België?

Ook bij ons is die groei dus merkbaar, zeker in steden zoals Brussel en Antwerpen. Exacte cijfers zijn er evenwel nog niet. «Een jaar geleden viel het ons op. Er waren steeds meer patiënten met bedwantsen. Van al onze patiënten heeft ongeveer één procent bedwantsen», vertelt de Antwerpse Yet Ceulemans in De Standaard, die benadrukt dat het percentage allicht een onderschatting is. Ook verdelgingsfirma’s maken gewag van dezelfde tendens. «Vijf jaar geleden waren bedwantsen een uitzondering, nu zijn ze goed voor de helft van alle plagen die we aanpakken», klinkt het bij verdelgingsfirma Decroes. In 2022 werden ze opgeroepen voor 470 gevallen, dit jaar verwachten ze dat dat cijfer zal verdubbelen.

Het Vlaamse Departement Zorg herhaalt dat bedwantsen geen probleem zijn voor de volksgezondheid. «Het is ongedierte, maar geen ziekteverspreider. Vanuit het preventieve gezondheidsbeleid nemen we momenteel dus geen maatregelen.» Ga je op reis en wil je geen bedwants als reisgezel? Dan zijn er enkele preventieve maatregelen die je kan nemen. Controleer bijvoorbeeld de hotelkamer bij aankomst op bedwantsen. Geef daarbij extra aandacht aan voegen, spleetjes en de matras. Ben je er nog niet gerust in? Dan kan je bij thuiskomst alles wassen op 60 graden. De insecten deinzen voor weinig terug, maar de hitte kunnen zien niet doorstaan.

Alles wat je echt wilt weten vind je op Metrotime.be