Hoe kun je weten of een merk op dieren test?

Je besefte het ongetwijfeld niet, maar de kans is groot dat de huishoudproducten die je dagelijks gebruikt op een of andere manier getest zijn op dieren. Nochtans is er geen enkele wettelijke verplichting die dat rechtvaardigt. We maken de balans op.

door
Thomas Wallemacq
Leestijd 4 min.

Het is niets om trots op te zijn: op het vlak van dierproeven, waarbij dieren ingezet worden als (lijdend) voorwerp van experimenten, is België al enkele jaren één van de slechtste leerlingen van de klas. Volgens de meest recente statistieken lieten in 2021 maar liefst 477.675 dieren het leven in Belgische laboratoria. Het ging (en gaat) daarbij om konijnen, muizen, ratten en vissen, maar ook honden, katten, kippen en zelfs paarden. 50.858 van die dieren werden bovendien onderworpen aan «ernstige» experimenten, zo stelt de Belgische vzw SEA — een Frans acroniem voor Afschaffing van Proeven op Dieren.

Huishoudproducten getest op dieren

Dierproeven komen vaak voor bij medische experimenten, in het kader van het onderzoek en de ontwikkeling van behandelingen en producten voor menselijke geneeskunde, diergeneeskunde en tandheelkunde. Soms gaat het echter ook om toxicologische proeven en veiligheidsstudies van chemische stoffen. Dat kunnen opnieuw geneesmiddelen zijn maar ook cosmetische en huishoudelijke producten. En die laatste nemen we in dit artikel onder de loep.

Eind maart publiceerde de NGO Animal Testing de resultaten van een verrijkend onderzoek dat ze een jaar lang voerden. De organisatie boog zich over dierproeven voor de commercialisering van huishoudproducten. Die praktijk is op zich niet verboden in Europa maar de transparantie errond laat enorm te wensen over. Dus nam Animal Testing de huishoudelijke producten van zes multinationals onder de loep, waaronder Unilever, SC Johnson en Procter & Gamble.

Hoe achterhaal je of het product op dieren werd getest ?

Waar producenten van cosmetica verplicht zijn om de lijst van ‘ingrediënten’ ondubbelzinnig en direct bekend te maken, hoeven fabrikanten van huishoudproducten dat niet te doen. De etiketten op die producten zijn dan ook veel moeilijker te ontcijferen. Je hoeft maar een willekeurige fles schoonmaakmiddel uit de kast te nemen om dat in te zien. Om te achterhalen waar die producten van gemaakt zijn, heeft Animal Testing de zogenaamde veiligheidsinformatiebladen (VIB) opgevraagd en uitgespit. Die kun je zelf trouwens ook vinden door de naam van het eindproduct in te voeren in je zoekmachine en daar de term ‘Safety Data Sheet’ (of +SDS) aan toe te voegen. Bij de eerste resultaten vind je dan vaak een pdf met de lijst van ingrediënten en ook de bekende proeven (in sectie 11: toxicologische informatie).

Dierenleed

Op die VIB-fiches kun je nagaan of een ingrediënt in het verleden of recenter gebruik heeft gemaakt van dierproeven. Animal Testing ging met name de producten na waarvoor LD50-tests werden uitgevoerd. Die ‘letale dosismediaan’ geeft de toxiciteit van een stof aan die bij 50% van de gebruikte dieren de dood tot gevolg heeft. In de praktijk komt het erop neer dat het product aangebracht werd in de ogen of op de huid van de dieren, of dat ze gedwongen werden om het in te ademen of op te eten, tot ze eraan bezweken. Zo kregen konijnen gedurende 24 of zelfs 72 uur product in de ogen, waarop de onderzoekers de dieren deden inslapen.

«Afgewerkte huishoudelijke producten worden nog steeds rechtstreeks getest op dieren, ook al is dat wettelijk helemaal niet verplicht», stelt Animal Testing. «Dat is het geval bij producten van de merken Mr. Clean, Cilit Bang, Saint Marc of WC-Eend. Hun formule wordt rechtstreeks getest aan de hand van dierproeven.»

Als je in de rekken van de supermarkt een huishoudelijk product met een nieuw geurtje ziet opduiken, dan is dat misschien aangenaam nieuws voor jou maar veel minder plezierig voor de dierenwereld. De kans is namelijk groot dat dit vernieuwde eindproduct ook weer op dieren is getest. «De geur van citrusvruchten, frisse oceanen, citroen, appel of sinaasappel, elke variant op een product heeft zijn eigen VIB, met tests die eigen zijn aan dat specifieke eindproduct», onderstreept Animal Testing. «Anders gezegd: telkens als een fabrikant een nieuwe geur op de markt brengt en de formule dus aanpast, kan dat eindproduct gepaard gaan met dierproeven. En nogmaals, er bestaat geen enkele wettelijke verplichting om dat te doen.» Misschien denk je voortaan wel twee keer na voor je een huishoudelijk product in je winkelkarretje legt. Gelukkig is er een manier om producten te identificeren waarvan je met zekerheid weet dat ze niet het resultaat zijn van dierproeven.

Vier labels

Deze vier labels bieden de garantie dat een product geen gebruikgemaakt heeft van dierproeven. Zo kun je met een gerust gemoed je huis schoonmaken.

- Het label HCS (Human Cosmetics Standard) of ‘Leaping Bunny’ (een konijn omringd door sterren): deze producten zijn nooit getest op dieren, en dat geldt ook voor de ingrediënten.

- Het label IHTK : dit Duitse label garandeert dat het product en zijn ingrediënten niet getest zijn op dieren en dat het merk ook geen andere bedrijven of organisaties inschakelt om in opdracht dierproeven uit te voeren.

-De ‘ Cruelty-Free ’-logo’s: de producten en ingrediënten in deze producten zijn nooit getest op dieren.

- Het Australische label CCF (Choose Cruelty-Free) garandeert dat een merk totaal geen dierproeven uitvoert.