Zelfzorg, toxisch, grenzen stellen: kan je taal uit je therapiesessie misbruiken?

Zelfzorg, toxische relaties, grenzen stellen: die termen sijpelden de afgelopen jaren geruisloos ons dagelijks woordgebruik binnen. Hoewel de bespreekbaarheid van mentale gezondheid enkel toegejuicht kan worden, maakt de ophef rond de 39-jarige acteur Jonah Hill duidelijk hoe de taal uit de therapiekamer misbruikt kan worden om je eigen noden door te drukken, zonder aandacht voor de ander. Hoe kunnen we op een gezonde manier onze grenzen aangeven?

door
Lien Dalbie
Leestijd 4 min.

Waarom ligt Jonah Hill onder vuur?

Jonah Hill (foto links) wordt beschuldigd van emotioneel misbruik. Afgelopen weekend deelde zijn ex-vriendin Sarah Brady (rechts), een professionele surfer, berichten die de ‘Superbad’-acteur stuurde tijdens de relatie.

In een veelbesproken sms’je vraagt hij Brady om niet te surfen met andere mannen, geen «grenzeloze, ongepaste vriendschappen» met mannen aan te gaan, geen «modellenwerk te doen», geen «seksuele foto’s» te posten of «foto’s van haarzelf in zwemkledij». Als ze daar niet akkoord mee ging, was hij «niet de juiste partner» voor haar. Hij benoemde die eisen als «zijn grenzen stellen».

De term «grenzen stellen» maakt deel uit van wat vandaag weleens «therapy speak» wordt genoemd, ofwel therapietaal. Daarbij gebruik je termen vanuit de psychologenpraktijk in het dagelijkse leven. Van Jonah Hill is bekend dat hij vele uren therapie achter de kiezen heeft: hij wijdde er een documentaire van 96 minuten aan, ‘Stutz’. Twitteraars menen evenwel dat hij de tools die hij daar aanleerde als wapen gebruikt. De Amerikaanse acteur stelt namelijk helemaal geen grenzen. Hij gebruikt therapietaal om zijn controlerend gedrag te maskeren. «Grenzen zijn waarden die je voor jezelf vooropstelt om je veiligheid en welzijn te beschermen, geen middel om te dicteren met wie iemand mag omgaan, welke foto’s die online mag zetten en welke vriendschappen die mag aangaan», klinkt het.

Popularisering van therapietaal

De case van Jonah Hill duidt op een bredere problematische tendens. Die termen als ‘toxisch’, ‘zelfzorg’, ‘coping mechanismes’, ‘zich gehoord voelen’, ‘inner child healing’ en ‘angstige hechting’ duiken niet uit het niets op. Twitter en vooral TikTok barst van de zogenaamde ‘mental health’-kanalen waarbij therapeuten als ‘TherapyJeff’ (2,7 miljoen volgers) het sociale medium gebruiken om tips te geven aan (vaak jonge) gebruikers die worstelen met hun mentale gezondheid. Vaak gaat het om korte video’s met tips hoe je een ‘gezonde relatie kunt herkennen’ of ‘tekenen die wijzen op een jeugdtrauma’. Maar sommige, al dan niet gelicentieerde, psychologen bieden ‘templates’ aan. Begin dit jaar ging nog een video viraal waarin Dr. Arianna Brandolini enkele ‘standaardzinnen’ voorzag voor mensen die een lange vriendschap willen stopzetten. Ze raadde zinnen aan als «ik heb onze vriendschap gekoesterd, maar we gaan nu verschillende richtingen uit» en «Ik heb niet meer de capaciteit om te investeren in onze vriendschap». Je hoeft met andere woorden niet in therapie te zijn om met zulke taal in contact te komen. En dat is voelbaar in ons dagelijks contact met vrienden en familie. Maar is het wel wenselijk dat we complexe conversaties kunnen reduceren tot een template?

Zelfzorg of egoïsme?

Al in 2021, een goed jaar verder in de coronacrisis, waarschuwde journalist Katy Waldman in The New Yorker voor die ‘opkomst van therapietaal’ of ‘Instagramtherapie’. Sindsdien sijpelen getuigenissen binnen over vrienden die hun afspraak last-minute verzetten in de naam van «zelfzorg» of kwetsbare telefoontjes die onbeantwoord blijven wegens «gebrek aan mentale ruimte». Het doet de vraag rijzen waar de grens ligt tussen terechte bekommernis over je eigen mentale gezondheid en simpelweg knullig gedrag.

Hoe geef je wel je grenzen aan?

Auteur Tara Isabella Burton waarschuwde al eerder in The New York Times dat het streven naar persoonlijk geluk in toenemende mate gevierd wordt als het ultieme doel. Therapietaal kan daarbij als middel ingezet worden. Medische termen zoals ‘hechtingstijl’ gebruiken, lijkt je een vorm van autoriteit te geven om in werkelijkheid de zorg voor jezelf voor te nemen op die voor anderen. «Het is belangrijk om grenzen te kunnen stellen en voor jezelf op te komen», waarschuwt Rebecca Fishbein in haar invloedrijke essay over therapietaal in het onlinemagazine Bustle, «maar soms kan je door de nadruk te leggen op de bescherming van je eigen noden over het hoofd zien dat iemand anders aan de andere kant van jouw grens staat.» Professor Marisa G. Franco stelt daarom in datzelfde stuk dat het belangrijk is om grenzen te stellen waarbij je niet alleen je eigen noden in overweging neemt, maar ook die van anderen. Ze raadt het principe van ‘mutualiteit’ aan: daarbij overweeg je jouw eigen noden en die van anderen op hetzelfde moment, en beslis je welke nood op dit moment prioritair is. «We veronderstellen altijd dat we flexibel moeten zijn met andermans grenzen. Maar als iemands grenzen jou belemmeren om je geliefd en ondersteund te voelen in een relatie, hoef je dat niet te accepteren in de naam van andermans zelfzorg.»